Bij het vaststellen van de meerjarenbegroting 2024 is een plan van aanpak gepresenteerd om te komen tot een sluitend meerjarenperspectief. Het college heeft gekozen voor een gedegen en zorgvuldige aanpak waarbij gesprekken met stakeholders onderdeel zijn van de gezamenlijke zoektocht naar bijsturen van doelen en ambities.
In de voorliggende begroting ligt de focus op het sluitend krijgen van de jaarschijf 2025 met de nadruk op technische maatregelen met geen of beperkte invloed op de stad en het verhogen van de inkomsten. Deze hebben ook meerjarig een dempend effect, maar de uitdaging blijft om bij de kadernota 2026 keuzes te maken die leiden tot een meerjarig sluitend perspectief. Zoals uit eerder onderzoek is gebleken (Nota Duurzaam Financieel Evenwicht en Kadernota 2024) verslechtert het beeld na 2028 nog verder als er geen maatregelen worden genomen en keuzes worden gemaakt. In de bijlage van deze begroting wordt ingegaan op het vervolgproces en de maatregelen en zoekrichtingen die bij en in de aanloop naar de kadernota 2026 zullen worden besproken.
In deze fase van dit traject hebben we eerder aangegeven dat we ook doorkijken naar 2030 en deze 2 jaarschijven zijn aan onderstaande tabel toegevoegd.
Meerjarig financieel perspectief | 2025 | 2026 | 2027 | 2028 | 2029 | 2030 |
---|---|---|---|---|---|---|
Begroting 2025-2028 | -1.729.000 | -6.777.000 | -6.386.000 | -7.280.000 | -6.868.000 | -6.868.000 |
Maatregelen SMB | 3.689.000 | 3.965.000 | 3.962.000 | 4.223.000 | 4.223.000 | 4.223.000 |
Ontwikkelingen na 2028: | ||||||
Kapitaallasten afschrijving | -1.330.000 | -2.320.000 | ||||
Kapitaallasten rente | -100.000 | -250.000 | ||||
Ingroeivariant Betere Buurten en Beheerplannen | -325.000 | -650.000 | ||||
Begrotingssaldo | 1.959.000 | -2.811.000 | -2.425.000 | -3.057.000 | -4.400.000 | -5.865.000 |
U ziet dat na 2028 het saldo verder verslechtert en op basis van de nota Duurzaam Financieel Evenwicht weten we dat in de jaren daarna - bij ongewijzigd beleid - dit zich verder voortzet als gevolg van de investeringen in scholen en openbare ruimte in onze ruim 50 jaar oude stad.
Het blijft daarom onverminderd van belang om op zoek te zijn naar maatregelen die we nu kunnen nemen om het toekomstige financiële beeld gunstiger te maken. Het is verstandig om volgend jaar na vaststelling van de begroting 2026 ons weer een beeld te vormen van de jaren tot en met 2040 door de nota Duurzaam Financieel Evenwicht te actualiseren naar de nieuwste inzichten van dat moment.
Er ontstaat met deze aanpak een 3-trapsraket die begint in het heden en via de kadernota 2026 zich richt op 2040.
Eerste inhoudelijke maatregelen verwerkt
De eerste inhoudelijke maatregelen worden u in deze begroting voorgesteld. Deze liggen in lijn met de kadernota die in juni is vastgesteld en zijn aangevuld met maatregelen die relatief weinig impact hebben op onze samenleving. Deze heeft u kunnen zien in de tabellen bij het financieel perspectief en vindt u ook terug in de teksten en financiële toelichting bij de programma’s.
Maatregelen zoals genoemd in de Kadernota 2025 (met effect op activiteiten) | 2025 | 2026 | 2027 | 2028 |
---|---|---|---|---|
Economisch beleid: minder inzet binnenstadsmanagement/loket | 80.000 | 80.000 | 80.000 | 80.000 |
Facilitaire kosten sociaal domein | 45.000 | 45.000 | 45.000 | 45.000 |
Routekaart energie: dekking personeel met subsidie | 250.000 | |||
Verminderen frequentie gemeentepagina | 35.000 | 35.000 | 35.000 | 35.000 |
Woonbeleid | 75.000 | 75.000 | 75.000 | 75.000 |
Totaal | 485.000 | 235.000 | 235.000 | 235.000 |
Economisch beleid en bedrijfscontacten € 80.000
Door minder in te zetten op binnenstadsmanagement gedurende de verbouwing van City en gerichter in zetten op promotie- en netwerkactiviteiten kan € 80.000 worden bespaard.
Facilitaire kosten sociaal domein € 45.000
Het budget voor facilitaire uitgaven binnen het sociaal domein kan worden beperkt. Dit verkleint de flexibiliteit, maar de impact is beperkt.
Routekaart energieneutraal € 250.000
In 2025 kan naar verwachting een gedeelte van de personele inzet worden gedekt uit Rijkssubsidies. Dit levert een besparing op van € 250.000
Verminderen frequentie gemeentepagina € 35.000
Met de onlangs gemaakte professionaliseringsslag van onze onlinecommunicatie, is dit mogelijk met behoud van onze ambitie. Dit levert een besparing op van € 35.000 per jaar.
Woonbeleid € 75.000
Er was voorzien om diverse woonwetswijzigingen van het Rijk te vertalen naar gemeentelijk beleid. Door het uitblijven van dit Rijksbeleid wordt geen beroep gedaan op dit budget van € 75.000.
Maatregelen met effect op activiteiten in 2025 | 2025 | 2026 | 2027 | 2028 |
---|---|---|---|---|
Openbaar groen algemeen | 100.000 | 100.000 | 100.000 | 100.000 |
Peuterbudget | 15.000 | 15.000 | 15.000 | 15.000 |
Plaagdierenbestrijding (advies e.d.) | 25.000 | 25.000 | 25.000 | 25.000 |
Sportstimulering, buurtsportcoaches | 65.000 | 25.000 | 25.000 | 25.000 |
Wijkgericht samenwerken | 67.000 | 67.000 | 67.000 | 67.000 |
Totaal | 272.000 | 232.000 | 232.000 | 232.000 |
Openbaar groen algemeen € 100.000
We gaan minder inboeten. Inboeten is het opnieuw inplanten op plaatsen waar andere planten zijn weg gevallen. Dit heeft een beperkt effect op het totale groenbeeld.
Peuterbudget € 15.000
Op dit budget resteert jaarlijks € 15.000 dat niet nodig is in de uitvoering van ons beleid.
Plaagdierenbestrijding € 25.000
Dit betreft de adviesfunctie bij plaagdierenbestrijding bij inwoners en openbare ruimte. We behouden de algemene voorlichtingsfunctie bij dit onderwerp op onze website.
Sportstimulering, buurtsportcoaches € 65.000 in 2025 en € 25.000 vanaf 2026
Het voorstel is om in 2025 te bezuinigen op een sportparkmanager en structureel op verenigingsondersteuning. Met wat is voorgesteld is de impact beheersbaar. Het gemis hiervan zal door de inwoners minder worden gevoeld.
Wijkgericht samenwerken € 67.000
Dit betreft het budget dat wijkcoördinatoren beschikbaar hebben. De afgelopen jaren laten zien dat we door slim gebruik te maken van reguliere budgetten dit budget slechts beperkt aanspreken.
Financieel technische maatregelen
Ook is het gelukt om een aantal financieel technische maatregelen te vinden die geen impact hebben op onze samenleving en wel helpen het tekort te dempen. Daarnaast bevat deze begroting een voorstel om de inkomsten van de gemeente te verhogen door het verhogen van de OZB.En daarnaast houden we vast aan de kostendekkendheid van onze leges wat resulteert in een bijstelling van de tarieven voor de afvalstoffenheffing en rioolheffing.
Maatregelen met een overwegend technisch karakter
Dit zijn maatregelen die geen effect hebben in onze stad of in ons beleid. Bij dit type maatregelen is wel een aandachtspunt dat we scherper aan de wind zeilen en daardoor mogelijk ook meer risico lopen op overschrijdingen bij onverwachte tegenvallers. We hebben daarbij goed gezocht naar de balans tussen het nemen van de maatregelen en de mogelijke risico's. Die schatten wij voor de hier genoemde maatregelen in als klein.
Maatregelen met een overwegend technisch karakter | 2025 | 2026 | 2027 | 2028 |
---|---|---|---|---|
Ingroeimodel reserve Betere buurten en Beheerplannen uitstellen | 325.000 | 325.000 | 325.000 | 325.000 |
Externe subsidies | 150.000 | 150.000 | 150.000 | 150.000 |
Mutaties voorzieningen | 289.000 | 150.000 | 150.000 | 150.000 |
Structurele onderuitputting (analyse afgelopen jaarrekeningen) | 693.000 | 593.000 | 593.000 | 593.000 |
Totaal | 1.457.000 | 1.218.000 | 1.218.000 | 1.218.000 |
Ingroeimodel reserve Betere buurten en Beheerplannen uitstellen
In de meerjarenbegroting 2024-2027 is een ingroeimodel ingericht om de groeiende kapitaallasten voortkomend uit Betere Buurten en de beheerplannen geleidelijk ten laste van het begrotingssaldo te brengen. Hiertoe wordt de jaarlijkse onttrekking aan de reserve Betere Buurten en Beheerplannen vanaf 2025 elk jaar met € 325.000 extra verlaagd. Doordat de kapitaallasten in 2025 beperkt stijgen is het mogelijk om het ingroeimodel een jaar uit te stellen waardoor € 325.000 wordt bespaard.
Het is een bestaande afspraak om jaarlijks € 325.000 te 'sparen' om zo een reserve op te bouwen om de toekomstige investeringslast enigszins te dempen. In deze begroting stellen wij voor dit voor 2025 nog niet te doen waardoor dit bijdraagt aan een positief saldo.
Externe subsidies
Sinds dit jaar is een collega aangetrokken om de subsidieverwerving steviger neer te zetten. Dit heeft al geresulteerd in extra subsidiemogelijkheden die wij kunnen inzetten. Dit telt niet altijd sterk financieel door in de begroting omdat het bijvoorbeeld om investeringen gaat die (lagere) kapitaallasten geven en dus is uitgespreid over een lange periode. We verwerken in deze begroting een voordeel van € 150.000 structureel. Als in de komende periode blijkt dat deze raming omhoog kan, zullen we dat uiteraard verwerken.
Mutaties voorzieningen
Dit betreft het bijstellen van jaarlijkse dotaties aan voorzieningen, bijvoorbeeld de voorziening wethouderspensioenen en voorziening premie reparatie WW.
Structurele onderuitputting
We hebben een gedetailleerde analyse gemaakt van de lasten en baten in de afgelopen jaren. Het resultaat van die analyse is dat we op een aantal budgetten structureel minder uitgeven dan begroot. Dit levert € 693.000 op aan bij te stellen budgetten.
Inkomsten verhogen (maatregelen die overwegend technisch van aard zijn, maar met impact op de stad)
In deze begroting stellen wij voor de inkomsten te verhogen (zie ook paragraaf algemene heffingsmiddelen). Dit zorgt voor lastenverzwaring bij onze inwoners en ondernemers. Wij hebben hierbij gekeken naar redelijkheid. We houden hierdoor voor nu het voorzieningenniveau in onze stad op peil. We ontzien zoveel als mogelijk de kwetsbare inwoner en houden scherp in de gaten hoe onze tarieven zich verhouden tot de regiogemeenten en het landelijk gemiddelde.
Inkomsten | 2025 | 2026 | 2027 | 2028 |
---|---|---|---|---|
Onroerendezaakbelasting | 1.465.100 | 1.474.900 | 1.532.100 | 1.596.400 |
Rioolheffing | 89.050 | -22.110 | 66.350 | 233.100 |
Afvalstoffenheffing | 856.020 | 827.480 | 678.880 | 708.890 |
Totaal | 2.410.000 | 2.280.000 | 2.277.000 | 2.538.000 |
Verhogen onroerendezaakbelasting
Voor woningen (eigenaren) bedraagt de verhoging 10% bovenop de inflatiecorrectie van 3,25%. Voor de niet woningen (eigenaren en gebruikers) wordt voorgesteld het tarief met 5% extra te verhogen bovenop diezelfde inflatiecorrectie. Het tarief in Nieuwegein blijft, ondanks dit voorstel, nog steeds lager dan het landelijk gemiddelde.
Verhogen afvalstoffenheffing en rioolheffing
Bij de afvalstoffenheffing en rioolheffing is er sprake van een uitgangspunt van kostendekkendheid van de leges: toe te rekenen kosten mogen niet (structureel) hoger zijn dan de opbrengsten. Jaarlijks worden de kosten in beeld gebracht en maken wij bij de kadernota een inschatting van de stijging van de opbrengsten. Ter voorkoming van grote schommelingen in het tarief richting inwoners werken we met een voorziening.
Afvalstoffenheffing
Uit een analyse komt naar boven dat we enerzijds te weinig kosten hebben doorbelast aan de afvalstoffenheffing, anderzijds stijgen de kosten van de RMN voor de komende begroting. Omdat we naar 100% kostendekkendheid streven, betekent dit dat ook de opbrengsten stijgen. In totaal voor de afvalstoffen een tariefstijging van 7,25% (3,25% uit de kadernota een extra stijging van 4%). Dit levert een verwacht tarief op van 388 euro (meerpersoonshuishouden) voor 2025, een stijging van 24 euro.
Rioolheffing
Bij de kostenontwikkeling is als uitgangspunt genomen de inflatie vanuit het Centraal Economisch Plan (CEP). Daarnaast zijn de toe te rekenen kosten individueel bezien. Daar waar nodig zijn de kosten bijgesteld op basis van de meest actuele inzichten. De stijging van het tarief komt hiermee voor 2025 op 3,75%. Voor 2025 bedraagt het tarief voor een meerpersoonshuishouden € 204,51 (2024 € 197,12) en voor een eenpersoonshuishouden € 143,13 (2024 € 137,76).
Gebruik maken van de voorzieningen
Doordat wij voor de afvalstoffenheffing werken met een voorziening en deze voorziening nog enige ruimte biedt, zetten wij dit in als dempend middel op de woonlastenstijging voor onze inwoners.
Aanwending voorziening afvalstoffenheffing | 2025 | 2026 | 2027 | 2028 |
---|---|---|---|---|
Mutatie voorziening | -1.072.520 | -585.880 | 53.820 | 22.710 |
Kostendekkendheid | 91% | 95% | 100% | 100% |
We zijn kostendekkend voor het totaal aan inkomsten doordat we uit de voorziening aanvullen naar 100% kostendekkendheid.
Totale lastenstijging
Samen vormen deze heffingen en verhoging van de OZB een lastenstijging voor onze inwoners en ondernemers. Gezien waar Nieuwegein staat ten opzichte van het landelijke gemiddelde en in de regio is dit ons inziens te rechtvaardigen. Omdat het ons in staat stelt om het voorzieningenniveau op peil te houden en beleidskeuzes zo veel als mogelijk in stand te laten voor het jaar 2025.
Een overzicht van de woonlasten en de vergelijking met regiogemeenten is te vinden in paragraaf 3.1 - Overzicht tarieven woonlasten. Hierin is te zien dat de woonlasten 2025 onder het gemiddelde van de regio in 2024 blijven. De vergelijking naar de toekomst toe is regionaal niet te maken. Alle gemeenten zijn op dit moment bezig de begroting op te stellen en pas als die klaar zijn kunnen we een vergelijking maken op basis van alle nieuwe uitgangspunten uit die begrotingen. Dat beeld is mogelijk wel beschikbaar tijdens de avond voor de stad op 24 oktober.