Onroerende Zaakbelasting (OZB)
De OZB bestaat uit drie onderdelen: een heffing voor eigenaren van woningen, voor eigenaren
van niet-woningen en voor gebruikers van niet-woningen. De heffing voor gebruikers van
woningen is in 2006 afgeschaft. De OZB is het belangrijkste onderdeel van de gemeentelijk belastinginkomsten (ca. 8% van de totale baten van de gemeente).
Wij stellen u voor om dit jaar de OZB-opbrengst voor woningen (eigenaren) te verhogen met de gebruikelijke inflatiecorrectie van 3,25% en daarbovenop 10% extra (effectief 13,57%). Voor de niet-woningen (eigenaren en gebruikers) wordt voorgesteld het tarief met 5% extra te verhogen bovenop diezelfde inflatiecorrectie. Het tarief voor niet-woningen was hoger dan voor woningen, daarom kiezen wij voor een aangepast percentage. Wij zijn van mening dat dit voorstel passend is omdat we onze burgers en bedrijven nog steeds een hoogwaardig pakket aan voorzieningen bieden en het doorvoeren van deze maatregel op dit moment een belangrijke bijdrage levert voor verbeteren van het gehele meerjarenperspectief. Het tarief in Nieuwegein blijft, ondanks dit voorstel, nog steeds lager dan het landelijk gemiddelde (zie ook paragraaf 3.1.12).
Naast de inflatiecorrectie is ook de aanpassing van de extra inkomsten als gevolg van areaaluitbreiding conform de Kadernota 2025 verwerkt.
Elk jaar worden nieuwe taxatiewaarden gehanteerd, voor 2025 de waarden per 1 januari 2024. Op dit moment zijn de waardeontwikkelingen nog niet bekend, maar net als bij de vorige taxatierondes is het uitgangspunt dat deze herwaardering op zich geen invloed mag hebben op de totale te realiseren belastingopbrengst. Ook de belastingdruk tussen woningen enerzijds en niet-woningen anderzijds zal hierdoor niet wijzigen. Maar als gevolg van de hertaxatie kan de aanslag per object, afhankelijk van de waardeontwikkeling, natuurlijk wél meer of minder afwijken van het gemiddelde stijgingspercentage.